Na de liquidatie van Jaap Waasdorp gaf de Lissese politieman Piet B. zijn handlanger Heinz Hartung in december 1944 opdracht om Heinrich Anton Tiben dood te schieten. Ook deze executie werd verricht zonder toestemming of medeweten van de leiding van het verzet.
Heinrich Anton Tiben, dubbelspion in een web van leugens en bedrog
Het zag er naar uit dat de in Lisse wonende Heinrich Anton Tiben (36) droomde van een carrière als spion voor de Engelse òf de Duitse geheime dienst. Maar op 5 december 1944 maakte een pistoolschot op de Lisserweg in de Haarlemmermeer een einde aan zijn leven. Dader: de ondergedoken Duitse deserteur Heinz Hartung. Opdrachtgever: opperwachtmeester Piet B. van de Lissese politie.

De Veldhorststraat in Lisse.

Heinrich Anton Tiben verhuisde met zijn vrouw en twee dochters in 1941 van Rauwenhoffstraat 14a in Rotterdam naar Veldhorststraat 37 in Lisse. Portretfoto collectie NIOD/37800.
Na de bevrijding verklaarde politieman Piet B. in zijn verhoor door de Leidse recherche dat verzetsman graaf van Lynden hem in december 1944 gevraagd had Heinrich Anton Tiben uit de weg te ruimen, maar Van Lynden ontkende dat. Tiben woonde met vrouw en drie kinderen in de Lissese Veldhorststraat en was geregeld in het gezelschap van de Duitse Ortscommandant gezien. ,,Hij stond bekend als Gestapo-agent en was zeer gevaarlijk, want hij had gezegd de burgemeester van Lisse te zullen doodschieten, zodra hij de kans had”, zo motiveerde opperwachtmeester Piet B. de liquidatie.
Een reconstructie achteraf levert het beeld op dat Tiben misschien wel een charlatan was die het slachtoffer is geworden van zijn eigen praatjes. Tiben droeg bij voorbeeld altijd een NSB-lidmaatschapskaart bij zich, maar was helemaal geen lid van deze organisatie. In het dossier van de Leidse recherche[1] zit een brief van het NSB-hoofdkantoor in Utrecht: ,,H.A. Tiben, geboren 8 – 11 -1908, wonende te Lisse, heeft zich in oktober 1941 opgegeven als lid bij de NSB in Utrecht, maar het lidmaatschap is hem en zijn vrouw geweigerd op basis van informatie van de Rotterdamse politie.” NSB-medewerker Anton Peters somt de bezwaren tegen Tiben op: ‘onbetrouwbaar, fantast; heeft zich uitgegeven als schrijver; heeft zich uitgegeven als Gestapo-agent; verdacht van flessentrekkerij; in Duitsland gearresteerd wegens spionage en uitgezet naar Nederland’.
‘Short storyschrijver’
Heinrich Anton – roepnaam Heini of Anton – Tiben is op 8 november 1908 in het Duitse Gelsenkirchen geboren. Hij heeft een Nederlandse vader en een Duitse moeder. In 1929 verhuist Anton naar Rotterdam; hij trouwt in 1936 met Barbara Klaartje (Bets) Dedert. Het echtpaar krijgt drie dochters, de jongste wordt in Lisse geboren. Tiben bezoekt geregeld zijn ouders die dichtbij de grens in Münster wonen. Hij werkt in Rotterdam onder andere in delicatessenwinkels, als journalist en reclamemaker en vaart als lichtmatroos ook op de scheepslijn Bremerhaven-New York.

Het voormalige kantoor van de Gestapo in Münster (Gutenbergstraße 17 – 18) is tot 2015 in gebruik gebleven als politiebureau en daarna verbouwd tot opvangcentrum voor vluchtelingen. Foto Wikimedia / bewerkt met AI.
Nederlandse kranten maken in 1938 melding van de arrestatie in Duitsland door de Gestapo in Münster van de Nederlander Heinrich Tiben, ‘short storyschrijver’ van beroep. Hij wordt verdacht van communistische sympathieën en zou in 1936 door de Nederlandse dubbelspion Anton Helmes in Café Centraal aan de Rotterdamse Coolsingel in contact zijn gebracht met de Engelse geheim agent A.G.J. Vrinten, zo is terug te lezen in Gestapo-documenten[2]. Tiben heeft de aandacht van de Duitse geheime politie getrokken met een sollicitatie op een vacature, waarin wordt gezocht naar een ‘Duitsch-schrijvende’ medewerker van een tijdschrift op luchtvaartgebied.
Uit het verhoor na de bevrijding door de Leidse recherche van Anton Helmes blijkt dat Tiben inderdaad informatie uit Duitsland heeft verstrekt aan Vrinten: ,,Hij komt nu herhaaldelijk met foto’s van vliegvelden, kazematten, fabrieken en dergelijke. Verschillende hiervan zijn echt, andere blijken later afkomstig te zijn uit tijdschriften.” Vrinten zou hem hiervoor in de periode 1936-1938 ook geregeld hebben betaald. ,,Maar de Engelsen vertrouwen Tiben niet”, aldus Helmes. ,,Later blijkt dat Tiben een belangrijke schakel is geweest in de Duitse spionage, hoewel hij ook de Engelsen wel originele inlichtingen heeft verschaft. Hij heeft als SS-man dienst gedaan en is in die functie gestorven of geliquideerd.”
Uitgewezen
Tiben is echter geen Duitse spion en hij staat ook niet bij de SS op de loonlijst. In mei 1941[3] verhuist de familie naar de Lissese Veldhorststraat. In de vijf jaar daarvoor heeft het gezin in Rotterdam op maar liefst elf adressen gewoond, zo blijkt uit de Rotterdamse bevolkingsadministratie[4]. Tiben staat in de Maasstad ingeschreven als constructietekenaar, maar het grote aantal verhuizingen doet geen stabiele inkomenssituatie vermoeden.
Kort na de Duitse bezetting heeft Tiben zich bij de Sicherheitspolizei in Den Haag gemeld met het verhaal dat hij als Nederlands soldaat uit krijgsgevangenschap is ontslagen, maar dat hij voor de oorlog gewerkt heeft voor de Staatspolizeileitstelle in Münster[5]. Einsatzkommando 3 van de Sichterheitspolizei vraagt vanuit Amsterdam op 19 juni 1940 informatie over Tiben bij de collega’s van de Gestapo in Münster.
‘V-mann’
De Gestapo schrijft terug dat Tiben in 1936 heeft aangeboden inlichtingen over de Engelse en Franse veiligheidsdienst te verstrekken. Hij biedt zich aan als Vertrouwensman (‘V-mann’) en is in 1937 ook daadwerkelijk enkele maanden als contraspion ingezet vanuit Hamburg. ,,De inlichtingen waren echter waardeloos. Een aan hem uitgereikt fototoestel ‘versetzte er im Pfandhaus’.” Na zijn ontslag als V-mann in Hamburg biedt Tiben zijn diensten aan bij de Gestapo in Berlijn. Zijn vriend Anton Helmes probeert hetzelfde in Düsseldorf. Bij een derde poging van Tiben in juli 1939 in het Duitse Oldenburg wordt hij direct gearresteerd en op 18 november 1939 ‘nach Holland abgeschoben’. Daarna zou hij gehoor hebben gegeven aan de mobilisatie-oproep van de Nederlandse regering en als boordschutter weer zijn ingedeeld bij de Nederlandse luchtmacht. Dat Tiben na de capitulatie op 15 mei 1940 behoorde tot de krijgsgevangenen is volgens de Duitse geheime dienst ook direct het enige dat klopt aan zijn verhaal:,,Seine Angaben, dass er sich in deutscher Kriegsgefangenschaft befand, sind zutreffend. Bei Tiben handelt es sich um einen äussert raffinierten Burschen, vor dem gewarnt wird.” (Zijn verklaring dat hij een Duitse krijgsgevangene was klopt. Tiben is een uiterst geraffineerde man, voor wie gewaarschuwd wordt).

Het EL DE-haus, hoofdkantoor van de Geheime Staatspolizei Köln van 1935 tot 1945, thans het Documentatiecentrum Nationaalsocialisme. Foto Wikimedia Commons/ Raimond Spekking.
Landverraad
Tijdens de bezetting komen de Gestapo-agenten in hun zoektocht naar de Engelse spion Vrinten op 13 februari 1942 in Amsterdam Heinrich Tiben weer tegen. Hij wordt gearresteerd op verdenking van landverraad en een dag later overgedragen aan de Gestapo in Keulen. Hij blijft bij zijn verklaring dat hij tijdens een bezoek aan zijn ouders in 1936 is benaderd door een Duitse geheim agent met het voorstel om voor de nazi’s te spioneren in Rotterdam. Allemaal onbekend, schrijft Kriminalsekretär Lynen van de Gestapo in Münster. Tibens contactpersoon Anton Helmes is overigens wel bekend als V-mann. Hij heeft van november 1937 tot maart 1938 gewerkt ‘fur einen Deutschen Militärdienststelle’ en van april 1938 tot mei 1940 voor de Staatspolitie in Hamburg.
Er wordt een strafzaak wegens spionage voorbereid voor de Oberreichsanwalt in Berlijn, maar na veertien maanden voorarrest komt Tiben op 21 april 1943 weer vrij. Na zijn vrijlating biedt Tiben zijn diensten aan bij de Duitse Ortscommandant in Lisse.
Niet vertrouwd
,,Tiben werd niet vertrouwd. Hij zat altijd bij de Duitsers”, herinnert oud-politieman D. Pater zich na de oorlog.[6] ,,Na een schietpartij in de Kanaalstraat kwam hij ’s nachts met tien Duitse soldaten naar het politiebureau om te zeggen dat het voltallige politiepersoneel zich de volgende dag om zeven uur ’s morgens in De Witte Zwaan bij de Ortscommandant moest melden. We waren op van de zenuwen, maar uiteindelijk liep dat met een sisser af; de Duitsers wilden alleen een praatje met ons maken. Voordat we er naartoe gingen hebben we met een paar collega’s de wapenkast op het politiebureau opengebroken. We hadden afgesproken onze huid duur te verkopen.”
Sollicitatie kamp Zeist
In de zomer van 1943 heeft Tiben gesolliciteerd bij de Wachtabteilung van het kamp Zeist, thuisbasis van de Landwirtschaft, een paramilitaire organisatie die voor het Duitse Leger agrarische activiteiten verricht. Voor die sollicitatie heeft Tiben een bewijs van goed gedrag nodig, maar burgemeester Van Rijckevorsel weigert dit te verstrekken: ,,Het is mij van verschillende kanten ontraden u een dergelijk bewijs te verstrekken”, schrijft de burgemeester op 30 augustus 1943 aan Tiben. Twee weken later doet Ortsgruppenleiter Becker van de NSDAP te Leiden een vergeefse interventiepoging. Van Rijckevorsel houdt echter voet bij stuk en de baan gaat niet door[7].
Liquidatie
De Lissese opperwachtmeester Piet B. geeft Heinz Hartung op 2 december 1944 opdracht Tiben te liquideren. Het moet – om onbekende redenen – vóór 6 december gebeuren en bij voorkeur buiten Lisse. Op de avond van 5 december lokt Hartung in Duits uniform gestoken de ‘zeer gevaarlijke SD-agent’ per fiets mee naar de Haarlemmermeerpolder. Op de Lisserweg schiet hij zijn slachtoffer dood, waarna het stoffelijk overschot met hulp van de vaste handlangers van B. met stenen verzwaard in de Ringvaart wordt gedumpt. B. betaalt Hartung 100 gulden voor zijn diensten en de onderduiker mag de sigarettenaansteker van Tiben houden. B. neemt zelf de rest van de persoonlijke bezittingen van het slachtoffer mee, waaronder de vervalste lidmaatschapskaart van de NSB.
Drie maanden later – op 28 maart 1945 – wordt het stoffelijk overschot van Tiben door spelende kinderen in het water van de Ringvaart ontdekt en begraven in Nieuw-Vennep[8]
Uit de weg
Het blijft de vraag waarom Heinrich Anton Tiben uit de weg moest worden geruimd. De Britse en Duitse geheime diensten zullen daar de Lissese opperwachtmeester en zijn ondergedoken metgezel niet voor nodig gehad hebben. Het is ook niet erg waarschijnlijk dat hij serieuze plannen had om de burgemeester van Lisse iets aan te doen. Net als zijn lotgenoot Waasdorp heeft Tiben vermoedelijk de Lissese politieman Piet B. in de weg gelopen bij diens illegale handeltjes en heeft hem dat het leven gekost. Het feit dat de regionale en lokale verzetsleiding niets blijken te weten van de liquidatie wijst ook in die richting.

Arrestatie van Lissese NSB’ers na de bevrijding. De arrestanten worden verzameld in het schoolgebouw van De Akker aan de Schoolstraat en vandaar overgebracht naar de Doelenkazerne in Leiden. Foto Collectie Van Woerden, Documentatie 10, Erfgoedhuis Leiden.
Arrestatie Bets Tiben
Na de bevrijding wordt de weduwe van Tiben gearresteerd wegens haar vermeende lidmaatschap van de NSB en drie maanden later, op 25 augustus 1945 weer vrijgelaten.
Lissenaar Ben Ragas (85) kan zich de familie Tiben uit zijn jeugd in de Veldhorstraat nog goed herinneren: ,,We waren buren. Zij woonden op nr. 37; wij op nr. 39. Aan de andere kant – op nr. 41 zaten ook Duitsers. Mevrouw Tiben was een strenge, bazige moeder. Als haar kinderen buiten op straat niet met ons mochten meespelen, dan stond ze boven uit het slaapkamerraam op ons te schelden. Verderop woonde nog een ander NSB-gezin. Aan onze kant waren de rest van de huizen – in het najaar van 1944 tot en met de hoek bij dokter Holl – gevorderd door de Duitsers. Het was met de komst van een V1-installatie in het Keukenhofbos bepaald geen rustig straatje. Tegenover ons woonde een gezin met joodse onderduikers in huis. Het is een wonder dat dat allemaal goed is afgelopen.”
Verhuizing
Op 24 januari 1946 verhuist de weduwe Tiben uit Lisse en trekt met haar drie kinderen in bij haar zus Klaartje aan de Rotterdamse Tidemanstraat 33b. Ze wordt in de gaten gehouden door de Rotterdamse Inlichtingendienst: ,,De vrouw staat bekend als onbetrouwbaar en leugenachtig, maar houdt veel van haar kinderen en zou goed voor ze gezorgd hebben. Het zijn trouwe kerkgangers. Ze was het voor de oorlog wel eens met haar echtgenoot, maar heeft nu geen interesse meer voor politiek. De vrouw is reeds enige jaren ziek, vertoefde de laatste jaren verscheidene malen in een ziekenhuis en wordt momenteel verpleegd in het Academisch Ziekenhuis te Leiden. De kinderen zijn met financiële steun van de Hervormde Diaconie ter verzorging opgenomen in Huize Bloesem, Persijnstraat 8, alhier”, aldus een brief aan het hoofd van de Centrale Veiligheidsdienst, gevestigd aan de Javastraat 68 in Den Haag.
Kort nadat de Rotterdamse politie haar uit het oog verliest moet Bets Tiben weer zijn opgeknapt. Uit een berichtje van de burgerlijke stand in de Leeuwarder Courant blijkt dat zij naar Friesland is verhuisd en in juni 1950 op 40-jarige leeftijd is hertrouwd met de 36-jarige A. Dusselaar. Barbara Klaartje (Bets) Dedert is op 6 juni 1999 op 89-jarige leeftijd in Dordrecht overleden.
[1] Nationaal Archief: Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging, CABR (toegang 2.09.09) – inventarisnummer 109435
[2] Nationaal Archief: Ministerie van Binnenlandse Zaken – Binnenlandse veiligheidsdienst Persoonsdossiers 1946-1998 – inv.nr. 26361
[3] Leidse Courant 10 mei 1941
[4] Bevolkingsregister van Rotterdam, boek Gezinskaarten, met dank aan Ria Grimbergen
[5] Nationaal Archief: Documenten van US Army Regional Support Group US Mission Berlin 23 juni 1958
[6] ‘Wat toch een tijd’ (2005) p.69
[7] ‘Wat toch een tijd’ (2005) p.98
[8] ‘Wat toch een tijd’ (2005) p.68 en de overlijdensakte van de gemeente Haarlemmermeer d.d. 25 november 1945.