Bollenteelt en bestrijdingsmiddelen (3)

Hoogleraar ecotoxicologie Martina Vijver:

‘We moeten de biologische telers belonen voor hun lef’

Martina Vijver, hoogleraar ecotoxicologie aan de Leidse Universiteit en wetenschappelijk directeur van het Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden (CML) is niet per se tegen bestrijdingsmiddelen, maar wel tegen de vrolijke marketing die de chemische industrie en de brancheorganisaties erop loslaten: ,,Ik bedoel, we kunnen toch niet met droge ogen verkopen dat het goed gaat met de waterkwaliteit van Nederland.”

De Leidse hoogleraar werd in 2017  bekend met het Living Lab dat ze door middel van crowdfunding uit de grond wist te stampen. Of eigenlijk ìn de grond: zesendertig echte proefsloten, in verbinding met open water. Met assistent-professor Henrik Barmentlo toonde Vijver een gapende kloof aan tussen laboratoriumonderzoek en veldstudies. De watervlo – het behulpzaamste onderzoekdiertje aller tijden – bleek in combinatie met gewone voedingsstoffen in slootwater 2.500 keer gevoeliger te zijn voor moderne insecticiden dan in het laboratorium. Een tweede schokkende ontdekking: wat er in het milieu gebeurt met een combinatie van twee bestrijdingsmiddelen is nog redelijk te voorspellen aan de hand van wetenschappelijke modellen. Maar als er drie of meer chemische middelen worden gebruikt – wat in de gangbare bollenteelt al snel gebeurt – tast iedereen in het duister.

Bestrijdingsmiddelenatlas

Jaren eerder, in 2004 introduceerde het instituut CML de online bestrijdingsmiddelenatlas met meetgegevens over 700 actieve stoffen die teruggaan tot 1997. Iedereen kan nog steeds precies zien waar bestrijdingsmiddelen het oppervlaktewater vervuilen. Op het lijstje van normoverschrijdende teelten staat de bloembollenteelt op de derde plek, direct achter de glastuinbouw en de boomkwekerij.

De hoogleraar bekijkt de bestrijdingsmiddelenatlas en ziet in de Bollenstreek nog flinke doses Imidacloprid, hoewel het middel wegens bijensterfte voor de meeste toepassingen verboden is. ,,We hebben zelf ook boter op ons hoofd”, zegt ze. ,,Met een vingerhoedje Imidacloprid kun je een kanaal van twee meter diep, vier meter breed en een kilometer lang verontreinigen. Dezelfde hoeveelheid werkzame stof zit ook in een vlooienband voor de hond, die iedereen koopt. De teler weet hoe hij met bestrijdingsmiddelen om moet gaan; volgt daar ook nog elk jaar een herhalingscursus voor. En die hondenbezitter wordt niet in de krant afgezeken, maar die teler wel. En dan zetten we ook nog mierenlokdozen neer met hetzelfde spul. In de keuken, nota bene!”

We hebben al 90 procent van het middelengebruik gereduceerd, is een veelgehoord mantra in de bloembollensector… ,,Ik vind het nog steeds wel in de watermonsters terug”, reageert Vijver. 

Het verband tussen de bestrijdingsmiddelen en neurologische ziektes komt volgens de hoogleraar niet uit de lucht vallen: ,,Alle neurotoxinen worden gelinkt aan Parkinson, Alzheimer en ALS. Het zijn middelen met hetzelfde mechanisme; ze heten alleen allemaal anders. Bij ons in Nederland worden Parkinson en Alzheimer welzijnsziektes genoemd, maar in Duitsland en Engeland zijn het sectorgebonden ziektes. STEVIN-prijswinnaar en neuroloog professor Bas Bloem gaat hier nu verder onderzoek naar doen.” 

Begrip

Vijver kan ook nog wel begrip opbrengen voor de bollenkwekers die de middelen gebruiken. ,,Misschien moet ik dat niet zeggen, maar ik snap wel dat het heel anders is als je leven, je inkomen ervan afhangt.” De hoogleraar kijkt liever naar de fabrikanten die de middelen pushen en de politiek die elke keer weer geitenpaadjes aandraagt om het verbod van gevaarlijke middelen uit te stellen, of door middel van een noodmaatregel weer opnieuw te legaliseren. ,,Thiacloprid bijvoorbeeld, is in 2019 van de markt gehaald. Een half jaar later hadden 21 landen een noodverordening aangevraagd en nog weer 13 landen voor een andere teelt. Want ja, het was economisch zo onhandig en de alternatieven waren minder effectief dan geclaimd. Het middel is nu weer in de handel. Daar word je natuurlijk op een gegeven moment wel een beetje moedeloos van. De mensen willen gewoon niet het andere pad op. Ze willen chemische verfijning. Een stap verder in de chemische verfijning is het gebruik van nanopesticiden. Dan nemen de gebruikte volumes af, maar die nanopesticiden zijn hyper-effectief en we weten nog niet genoeg van de complete effectmechanismen. De normering en regulering van nanopesticiden staat nog in de kinderschoenen, terwijl er al wel marktonderzoek is.”

,,Ik ben een beetje sceptisch aan het worden”, zegt de Leidse hoogleraar. ,,Ik wil heel graag omarmen dat er biologisch geteeld wordt, maar het merendeel van de wetenschap zit hem gewoon in het verfijnen van het chemische pad. En dan zou daaruit moeten worden gedestilleerd wat er geschikt is voor een biologische boer? Dat is de wereld op z’n kop. Elke onderzoeker zou juist de biologische teelt moeten bestuderen. Wat je daar uit haalt kun je in de chemische teelten gebruiken, maar andersom per definitie nooit. En de omschakeling op biologisch duurt twee, drie jaar. Zo worden degenen die biologisch willen gaan telen afgestraft. Ik vind dat dat niet kan. We moeten die mensen juist belonen voor hun lef.”

Advies

Wat zich wreekt is dat met de opheffing van het Productschap Tuinbouw in 2014 vrijwel alle onafhankelijke adviesorganen voor de tuinbouwsector zijn wegbezuinigd. ,,De boeren krijgen advies van de vertegenwoordigers die de middelen verkopen. Het onafhankelijke loket is twintig jaar geleden al gesloten. Dat druist in tegen mijn principes. En dan hebben we het nog niet gehad over de gehele druk op de verkoopketen. Hoe kan het dat we een bosje tulpen voor twee euro kunnen kopen in de supermarkt.” 

Het is voor de hoogleraar duidelijk dat de prijzen omhoog moeten. Als je een eerlijk product wilt moet je ook een eerlijke prijs betalen. ,,En waarom de mensen die in de chemische industrie werken het advies laten geven. Dat moet echt onafhankelijk en dat was het ooit ook. Als je die teelt per se hier moet hebben, dan niet op zandgronden en niet in de nabijheid van sloten. Dat gaat gewoon niet. Punt. Doen we niet.”

‘Bloem des doods’

,,Lelieteelt is zeven keer vervuilender dan welke andere teelt dan ook. Ik weet niet waarom we deze bloem des doods nodig hebben. Dat de lelie in grafwerk zit is alleen maar omdat dat cultureel is bepaald. Waarom niet cultureel bepalen dat voor mijn part zonnebloemen hartstikke mooi staan op een grafkist. Moet het per se hier, met veel bestrijdingsmiddelengebruik in een waterrijk land? Waarom niet in regio’s waar je bufferstroken naar het water van wel tien meter kunt toepassen, of als gesloten systeem?” 

,,Volgens de Europese Green Deal moet de agrarische sector werken naar ‘zero pollution’. In principe mag je dat helemaal uitstellen tot 2050. De Kaderrichtlijn Water is 2027; dat komt al veel eerder. In de bestrijdingsmiddelenatlas kun je trendlijnen zien: we zitten ver van het streefidee af. We weten allemaal dat we die doelen niet gaan halen. Slappe hap, noem ik dat.” 

,,Precisielandbouw is een zeer nieuwe technologische ontwikkeling die we moeten omarmen… maar ook wederom een stap in de chemische verfijning. Ik ga het gewoon weer hardop zeggen: De mensheid staat op een T-splitsing. Het is een keuze voor het biologisch of het chemische pad”

*) Zie: https://waarzitwatin.nl/producten/anti-vlooienmiddel

Plaats een reactie